Autisme beschrijf ik vaak als beperking, ook op de beginpagina van deze autisme-blogs. Maar is het wel een beperking, of kunnen we het beter anders noemen? Want ben ík beperkt, of wórd ik beperkt door de samenleving? Er zijn meerdere standpunten en meningen over, en die ga ik onder de loep nemen.
Beperking & stoornis
Autisme wordt gezien als stoornis, zo staat het immers ook omschreven in de DSM. De DSM is het boek met alle kenmerken, symptomen en criteria van alle mogelijke mentale problemen waarmee psychologen en psychiaters hun diagnose bepalen. ASS is de officiële naam voor autisme; Autisme Spectrum Stoornis. Bij mensen met autisme werken de hersenen anders. Daardoor ontwikkelen zij zich anders en hebben ze moeite met sociale interactie. Een fout in de hersenen, eigenlijk. Dat wordt dan stoornis genoemd.
Door die fout kunnen autisten bepaalde dingen niet zo goed. Ze zijn overgevoelig voor prikkels, waardoor ze dingen als boodschappen doen lang niet altijd zo makkelijk kunnen als mensen zonder autisme. Daarnaast hebben ze problemen in de communicatie, wat bellen met belangrijke mensen als de huisarts kan bemoeilijken. Mensen met autisme hebben vaak hulp nodig, ofwel van familie en vrienden, ofwel van hulpverleners. En als je hulpbehoevend bent, zou je kunnen zeggen dat je een beperking hebt.
Neurodiversiteit
Maar er zijn ook een hoop mensen die dit onzin vinden. Zij steunen het begrip neurodiversiteit. Hiermee wordt bedoeld dat autisten niet beperkt zijn of een stoornis hebben, maar dat de werking van de hersenen gewoon anders is dan van de meerderheid van de mensen. Anders zijn is niet erg, en anders denken en dingen verwerken kan ook juist heel mooi en waardevol zijn. Diversiteit zie je immers overal; in huidskleur, geaardheid, geloof en dus ook in neurotype. Onder neurodiversiteit vallen onder andere ook ADHD, ADD, hoogbegaafdheid, dyslexie en dyscalculie, aangezien ook bij mensen die dit hebben de hersenen anders werken. Voorstanders van neurodiversiteit willen voornamelijk de positieve eigenschappen benadrukken. Ook vinden ze vaak dat de beperkingen die worden ondervonden vooral komen doordat neurodiversiteit in de maatschappij niet geaccepteerd wordt.
Dit is wat ik vind
Om heel eerlijk te zijn, ben ik het eens met een beetje van allebei. Ik vind het niet fijn als mensen zeggen dat ik een stoornis heb, omdat er een negatief gevoel aan zit. Stoornis maakt als snel het woord 'gestoord', en dat ben ik niet. Mijn hersenen verwerken dingen gewoon anders. Stoornis klinkt bovendien een beetje als een ziekte, terwijl er aan autisme niks te doen valt. En als dat wel zo was, dan zou ik het niet willen. Mijn autisme heeft namelijk ook ontzettende veel mooie kanten. In die zin past de term 'neurodivers' wel bij me.
Tegelijkertijd voel ik me ook wel beperkt. Want door de manier waarop mijn hersenen werken, kan ik bepaalde dingen niet zomaar. Dat heeft ook te maken met de systemen in de samenleving die gebaseerd zijn op de 'normale' mens. Omdat ik anders denk, loop ik sneller tegen dingen aan. Maar dat is vergelijkbaar met iemand in een rolstoel, waarvoor niet alles toegankelijk is gemaakt. Bij zo iemand spreken we ook over een beperking. Ook al is dat niet de schuld van die persoon, maar van de maatschappij die ervoor kiest hier niks aan te doen.
Ik denk dat ik het zou omschrijven als; mijn autisme is een deel van neurodiversiteit, waardoor ik me soms beperkt voel.
Welke omschrijving voor autisme vind jij het fijnst?
Reactie plaatsen
Reacties